Olga Kroes

Je oogst wat je zaait: Moeite en passie voor de Warmoezerij

door Simon van Geene

30 oktober 2022


‘Ik ben toch meer een stadsjongen dan ik dacht’, hier kwam ik achter na mijn interview met Olga Kroes van de Warmoezerij Wolfslaar. Het ligt aan het zuidrandje van de stad en het is een tuin waar verschillende eetbare planten worden verbouwd. Niet alleen groenten, maar ook kruiden en eetbare bloemen en zelfs druiven voor hun eigen biologische wijn. Simpel gezegd is het te vergelijken met een grote moestuin, maar in de praktijk doet die naam tekort aan wat het geheel echt inhoudt.

Tijdens mijn bezoek was ik erg onder de indruk van de kleurrijke variatie van de planten die er te zien waren. Olga heeft hier veel ervaring opgebouwd in het verbouwen van groen en tijdens het interview vertelde ze met passie over wat zij met haar tuin heeft bereikt.

Opbouw naar resultaat

Het is bijna ondenkbaar met hoeveel ervaring zij nu spreekt over het behoud van planten, maar Olga is niet altijd al zo in de weer geweest met de natuur. Ze begon namelijk als radiologisch laborante in het ziekenhuis. Dit bleek niet zo haar ding te zijn en later is ze ook verhuisd naar een Limburgse boerderij. Hier kreeg ze haar eigen boomgaard en is ze begonnen met tuinieren. Daar is Olga’s passie voor moestuinen en wildplukken ontstaan en deze passie is blijven groeien. Terug in Breda heeft ze nog twee studies gedaan en heeft ze een tijd gewerkt als media-adviseur bij de provincie. Ervaringen die nu nog steeds handig blijken te zijn, nu ze alle promotie en communicatie voor de Warmoezerij nog steeds zelf regelt.

In deze tijd is Olga nog altijd bezig gebleven met moestuinen en groen en langzamerhand is ze een steeds groenere kant op gaan zoeken. Zo belandde ze bij Breda DuurSaam. Dit is een stichting die zich inzette voor een duurzamer en gezonder Breda. Ondanks verschillende succesvolle projecten hield de organisatie er uiteindelijk mee op. Voor haar betekende dit echter niet het eind van haar groene leven en hier kwam het ontstaan van de Warmoezerij uit voort. En nu is Olga ook nog eens bestuurslid van onze organisatie Breda Stad in een Park. 

Het begin van de Warmoezerij

De Warmoezerij begon op een braakliggend en ogenschijnlijk nutteloos stuk grond. Hier dacht Olga echter anders over. Samen met een kennis bedacht ze dat het leuk zou zijn om de landgoedsmoestuin, dat het stuk grond ooit was, terug te brengen. 12 jaar geleden dienden zij daarom hun plan in bij de gemeente in. Ze kregen toen geen subsidie, maar wel een wijkdeal voor de inkoop van zaden. Na deze kleine startsubsidie zijn zij verder onafhankelijk van gemeentelijke subsidie gebleven. Overige kosten hebben ze weten te dekken onder de productie van hun eigen wijn. Inmiddels hebben zo’n 75 bredanaars wijnranken in hun tuin geadopteerd, wat betekent dat zij een bijdrage doen voor de tuin in ruil voor een fles wijn van hun eigen ranken.

Vanaf toen is er ontzettend veel moeite gestoken om de tuin te krijgen zoals het nu is. Toch kostte het een aantal jaar voordat de tuin enigszins in balans kwam. “Dan kan je zien hoe lang het duurt voordat de bodem in orde is”, zei Olga erover. Ondertussen is het uitgegroeid tot een zeer goed werkende en erg mooie tuin. Het staat nu gevuld met verscheidene gewassen, kruiden en eetbare bloemen, en in de lente zit het vol met vrolijke bijen.

Olga en de vrijwilligers willen laten zien dat voedselteelt wel anders kan; ze hoeven niet bij de huidige vorm te blijven. Vanaf dag 1 is de Warmoezerij al een educatief project geweest, en met het mooie resultaat dat ze nu hebben bereikt laten ze sterk zien dat er ook andere mogelijkheden zijn voor het verbouwen van eten.

Geen moestuin, wel indrukwekkend

Eerder vertelde ik dat ‘moestuin’ de lading niet dekt van wat de tuin nu echt inhoudt. Wat maakt het dan zo bijzonder? Nou, de tuin heeft zijn eigen kringloop, passend binnen de permacultuur. Dit houdt in dat het daarmee (bijna) geen grondstoffen van buitenaf nodig heeft. In het gehele proces zijn zaden de enige producten die wel van buitenaf moeten komen.

De vrijwilligers van de Warmoezerij – dit zijn er een stuk of 20 – komen meermaals per week naar de tuin om de planten te verzorgen. In ruil daarvoor krijgen ze allemaal een deel van de oogst. Vervolgens brengen zij hun keukenafval terug naar de tuin, waar het wordt gebruikt voor de compost. Op deze manier is het verbouwen van voedsel veel beter voor het behoud van de natuur. Zo zet de mens zichzelf terug in de kringloop, in tegenstelling tot het nu, waar men vaak alleen kijkt naar de natuur en het slechts gebruikt als recreatie. En eerlijk gezegd: met meer tuinen zoals deze in de stad, zou onze omgeving er zeker niet lelijker op worden!